Karel Appel studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn eerste solo-expositie vond plaats in 1946 in Groningen. In de jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn eigen unieke kunststijl met behulp van gevonden voorwerpen en stukken hout die hij verwerkte in kunstwer
Lees Meer
Karel Appel studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn eerste solo-expositie vond plaats in 1946 in Groningen. In de jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn eigen unieke kunststijl met behulp van gevonden voorwerpen en stukken hout die hij verwerkte in kunstwerken. Zijn vroegste thema's werden in verband gebracht met beeldspraak van de kindertijd, vaak met groteske mensen, monsters en dierlijke vormen. Hij was in 1948 één van de oprichters van de Nederlandse Experimentele Groep, samen met Guillaume Corneille en Constant Nieuwenhuys. Alle drie kunstenaars verlieten Amsterdam en verhuisde naar Parijs, waar ze samen met de Belgische en Deense kunstenaars de internationale kunstgroep Cobra vormde. In 1949 creëerde hij een muurschildering voor een cafetaria gevestigd in het stadhuis van Amsterdam, maar de publieke afkeuring die dit veroorzaakte leidde er toe dat het de tien volgende jaren werd bedenkt. Tijdens de Biënnale van Venetië in 1954 werd hij bekroond hij de UNESCO-prijs. In datzelfde jaar werden een aantal werken van Karel Appel tentoongesteld in de Martha Jackson Gallerie in New York. Eind jaren ‘50 schilderde hij een serie portretten van de Amerikaanse jazzmusici en in 1960 ontving hij de Guggenheim International Award voor zijn kunst. Meer dan twee decennia schilderde hij muurschilderingen voor architecturale projecten en creëerde hij openbare kunstwerken met gebruik van een breed scala aan materialen inclusief keramische tegels, marmer, glas en beton. In de late jaren ‘60 begon hij sculpturen uit lagen polystyreen te bedekken met triplex en verf. Hij stapte over op aluminium, kunststof schuim en gesneden polyurethaan, dat hij beschilderde zodat het leek alsof hij massief marmer of hout had gebruikt. Tijdens de jaren ‘80, tot aan zijn dood in 2006, maakte hij vele schilderijen van stilleven onderwerpen, landschappen en menselijke figuren. De onderwerpen van deze schilderijen werden gevormd door middel van vrij gebruik van kleur en penseelstreken, zonder de discipline van het tekenen. (Artist website)
Lees Minder