Chair, 2001

Tony Oursler's installaties en visionaire projecten hebben tal van galeries en kunstcentra gezegend met hun innovatieve, gedurfde en soms alarmerend aanwezigheid. De Amerikaanse kunstenaar heeft zich al tientallen jaren gespecialiseerd in het creëren en organiseren van meeslepende kunstervaringen die te maken hebben met veel-gelaagde filosofische vragen op een krachtige, onderzoekende manier. Kenmerkend voor Tony Oursler is dat hij zich niet beperkt tot een specifieke gereedschap, maar een waaier van expressieve middelen - technologische apparaten, beelden, geluiden, schermen, hout, verf en metalen gebruikt. Oursler's werken gaan diep in op de relatie tussen mens en machine, en de verwachte capaciteit van de technologische apparaten om menselijke emoties te lezen en gevoelens te onderscheiden. Hij onderzoekt thema's die ver uit elkaar staan zoals mechanica en spiritualiteit. Een van de favoriete voorwerpen van intellectuele en artistieke nieuwsgierigheid van Tony Oursler is het menselijke gezicht, en gezichtscontouren hebben herhaaldelijk een centrale plek in een aantal van zijn installaties gehad. De kunstenaars onderzoekt de diepe betekenis van de gelaatstrekken als essentieel en integraal onderdeel van de menselijke verschijning door het creëren van gigantische, vervormd en vreemd asymmetrische gezichten met groteske schuine delen en bolle appelwangen, ingelijst in een metalen frame en met geprojecteerde vormen en figuren die onmiddellijk verdrietig en komisch zijn. De donkere zalen en ruimte waar de installaties worden getoond en waar ze hun omgeving doen schrikken, maar ook geliefd maken - ondanks hun omvang en geometrische lijnen is er humor en kwetsbaarheid verweven in hun creatie – zijn ze een herinnering aan de complexiteit van het wezen van de mens. De bezoekers zijn plotseling gedwongen om zichzelf te bekijken via andermans ogen - die van synthetische entiteiten, en door het oog van de technologie die ons dagelijks leven, gevoelens en attitudes vormgeven. (Artist website)